Someren

Inrichtingsplan Goede Vaart

Projectinformatie

Opdrachtgever:

Locatie:

Oppervlakte:

Gemeente Someren – Van Helvoirt Groenprojecten

Goede Vaart, Someren

c.a. 1,1 h.a.

Inleiding

De Goede Vaart is een plangebied van circa 11.000 m² met hierin diverse natuurdoeltypen, woningen, infrastructuur en een hoop belangen. Naast het bouwen van nieuwe woningen is er een grote vraag naar wateropvang. Omdat Someren laag in het beekdal ligt, wil dat zeggen dat er bij elke woningbouwopgave een uitdaging ligt omtrent water en de ontkoppeling met het buitengebied.

Voor dit buitengebied hebben wij in samenwerking met Van Helvoirt Groenprojecten een inrichting gemaakt rekening houdend met diverse natuurdoeltypen.

Plankaart

Korte vegetatie

Houtwallen

Solitaire houtopstanden

Stapstenen

De korte vegetaties bestaan uit grasachtige planten in combinatie met (klein)bloemige kruiden. Er wordt onderscheid gemaakt in natte-, droge- en oevervegetaties. Het doel is een soortenrijke vegetatie die ondersteuning biedt in de biodiversiteit en die met minimale inspanningen en beheerkosten duurzaam in stand te houden is. Om erosie en uitspoeling te voorkomen wordt de bestaande uitgangssituatie eenmalig ingezaaid met inheemse, autochtone en streekeigen soorten.

Een aaneengesloten beplanting van verschillende boom- en struiksoorten. De beplanting staat op een aarden wal die is opgebouwd met substraat dat is vrijgekomen bij het ontgraven van de waterretentiegebieden.

Aan tenminste één zijde van de houtwal ligt een greppel.

Laag vertakte, solitaire houtopstand (bomen of struiken) die voor diverse diersoorten een belangrijke stapsteen vormt in het landschap.

De groeiplaats is bij voorkeur dermate ruim dat de karakteristieke groeikenmerken van de soort tot uiting komen. Bij de aankoop van bomen wordt gekozen voor exemplaren met een lage vertakking.

Rondom de bomen blijft bij voorkeur een meter vegetatie overstaan. Opkronen van bomen gebeurt enkel als de omstandigheden daarom vragen, bijvoorbeeld wanneer bomen langs wegen of woningen staan.

Boomgroepjes (tot vijf stuks) met een ondergroei van struiken, die als het ware een stapsteen vormen in het landschap. De boomkronen zijn op termijn in sluiting met de struikenetage.

De stapstenen beschikken daarnaast over een goed ontwikkelde kruid- en/of ruigtelaag en er is ruimte voor dood hout.

Er wordt onderscheid gemaakt in natte stapstenen (die komen voor in de waterretentiegebieden) en droge stapstenen (die komen voor op de hoger gelegen delen in het plangebied.